Bernini werd in 1598 in Napels geboren en verhuisde in 1605 naar Rome waar hij leefde en werkte tot 1680. Als kleine jongen werd zijn talent voor het maken van beelden al snel opgemerkt. Gedurende zijn leven werkte hij voor verschillende pausen en kardinalen. Zijn doel was om zoveel mogelijk emotie en passie in het marmer uit te beelden. De bekendste beelden zoals de David, Pluto en Proserpina, Apollo en Daphne staan in Villa Borghese.
Ook als architect heeft Bernini zijn stempel op Rome gedrukt. Samen met Borromini werkte hij aan het Baldakijn in de Sint Pieter, hij ontwierp ook het plein voor de Sint Pieter.
Een korte periode is Bernini uit de gratie geweest. In die tijd mislukte zijn project voor de bouw van de klokkentorens voor de Sint Pieter (die weer afgebroken moesten worden) en had hij een heftige relatie met de getrouwde vrouw Costanza Bonarelli. Hij maakte een opzienbarende buste door haar met openhangend hemd en sensueel geopende mond af te beelden. Toen zij hem met zijn eigen broer ontrouw was, liet hij haar verminken.
De paus dwong hem hierna te trouwen met één van de mooiste vrouwen van Rome. Zij schonk hem elf kinderen.
In de rest van zijn leven is Bernini zeer productief geweest, zowel als beeldhouwer als architect. Zijn grootste rivaal was Borromini. Zij hebben samen het gezicht van Rome in de 17e eeuw bepaald.
